Chili

De wijnbouw in Chili gaat terug tot de kolonisatie van Zuid-America door de “conquistadores”. De missionarissen brachten wijnstokken mee (officieel) om miswijn te kunnen maken en indianen te kunnne bekeren. Van deze weinig kwalitatieve druivensoorten blijft vandaag nog de Mission over in Maule Valley.

Tegen het midden van de 19e eeuw begon de Chileense economie te ‘boomen’ en met de industriële ontwikkeling van Chili kwam er ook inlandse vraag naar wijn. De rijke industriëlen en landeigenaren begonnen ook te reizen naar Europa en wilden net als de Franse aristocratie wijndomeinen bezitten. Daarom werden Franse druivenstokken geïmporteerd. Chili is tot nu toe, door zijn geïsoleerde ligging, gevrijwaard gebleven van philoxera. Daardoor staan er nog hoofdzakelijk wijngaarden met originele vitis vinifera wortelstokken.

In het begin van de jaren 1980 arriveerde Miguel Torres in Chili en begon als 1e in een lange reeks van Europese wijnmakers met moderne wijnbouw in Chili (Curico Valley).
Mede door de technologische vooruitgang, stijgende kwaliteit en goede prijzen kent Chili de laatste 20 jaar een ongeziene toename van de export.

Klimaat en geografie

Chili is een (4275 km)lange en (max. 350 km) smalle landstrook die aan 4 kanten begrensd wordt door een natuurlijke barrière: - in het Westen de (koude) Stille Oceaan (ook Pacific of Grote Oceaan genoemd). - in het Oosten de hoge toppen van de Andes (grens met Argentinië) - in het Noorden de Atacama woestijn - in het Zuiden de ijsvelden van Patagonië Hierdoor kent het land bijna geen geïmporteerde ziektes en plagen (heel strenge controle op het binnenbrengen van verse producten): geen philoxera, geen valse meeldauw, oïdium enz.

In dwarsdoorsnede wordt de geologie gekenmerkt door een smalle kuststrook, een voorgebergte van de Andes, de Centrale Vallei en de (westelijke) flanken van de Andes. De meeste land- en wijnbouw is geconcentreerd in de warme centrale vallei. De tendens is om de wijnbouw te verplaatsen naar koelere regio’s (hoger, dichter tegen de oceaan of zuidelijker) om meer elegantie te verkrijgen.

Het klimaat in het centrum van het land is warm Mediterraan, heet in het Noorden en koel tot koud in het Zuiden. Twee factoren hebben een matigende invloed op het klimaat in het centrum van het land: de koude Humbold stroom in de oceaan en de koude luchtstromen uit de Andes.

Druivensoorten

• Alle internationale druivensoorten met een overwicht aan Chardonnay, Merlot, Cabernet Sauvignon, Sauvignon Blanc.
• Hierin komt stilaan meer variatie met veelbelovende Syrah en optioneel Riesling, Viognier, Gewurztraminer en Pinot Noir op zeer specifieke, koele locaties.
• Herontdekking van oude Carignan uit Maule Valley
• Emblematische druivensoort van Chili is natuurlijk Carmenère:

Carmenère is een Franse druif met oorsprong in het Zuid-Westen van Frankrijk en maakte deel uit van het klassieke areaal van Bordeaux. Na de druifluisplaag in de 19e eeuw werd de Franse wijngaard herplant met resistente Amerikaanse wortelstokken, maar Carmenère werd niet her aangeplant. Tot aan het begin van de jaren '90 van de 20e eeuw bleef men denken dat de Carménère was uitgeroeid.

In het verleden vond men al dat de Chileense Merlot een ietwat wrange bijsmaak had, die niet aan de merlot toebehoorde. Bovendien verliep de rijping van de druiven in eenzelfde wijngaard niet gelijkmatig. Een Franse ampelograaf (Jean-Michel Boursiquot) ging op onderzoek uit en ontdekte het volgende: de Chileense wijnboeren hadden, zonder het zelf te weten, de druiven van de Merlot en de Carménère gemengd geplant staan, denkende dat het volledig om de Merlot ging. Na de ontdekking begon men de Carménère weer te scheiden van de overige druiven en rijper te oogsten.

Carmenère is laat rijp en wordt getypeerd door aroma’s van zwart bessenfruit (cassis en braambessen), peper en zachte kruidigheid. Soms wat vegetaal.